EEN GEWONE ZATERDAG

Gepubliceerd op 25 december 2021 om 01:05

26.6.2020 door Jesse van Someren, wat mij bezighoudt

Het is vandaag 27 juni, gewoon een doodnormale zaterdag na een week met tropische dagen, aan het begin van de zomer. Gevulde terrassen, stranden en op veel plekken gezelligheid. Laten we blij zijn dat vandaag weer een zo goed als doodnormale zaterdag kan zijn. De coronamaatregelen zijn versoepeld, en vanaf aankomende woensdag kan er nog weer meer. Fantastisch natuurlijk, zeker als je ziet hoe het er eind maart/begin april voor stond. Maar toch knaagt het…

 

Want deze 27 juni had geen doodnormale zaterdag moeten zijn. Het is de dag waarop het Tourpeloton in gang geschoten had moeten worden. Die ene zaterdag eind juni of begin juli waar je als wielerliefhebber toch wel het hele jaar naar uitkijkt. Ja, we hebben zoveel fantastische wedstrijden… maar het gemis van de Tour raakt me meer dan al die klassiekers of de immer spectaculaire Giro. Begin april zat ik elke zondag balend voor de tv, als een soort van schrale troost kijkend naar oude edities van de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix. Daarna leerde ik het op een of andere manier toch accepteren. Even geen koers, het moet maar. Er zijn belangrijkere zaken in de wereld. Maar nu komt dat balende gevoel weer naar boven. De Tour is toch de Tour.

 

De start van de Tour heeft iets magisch. Sinds de wielersport mij in 2010 veroverde, kan ik me elke eerste dag van de Tour nog tot in details herinneren. 2011? Alberto Contador verloor meteen bijna anderhalve minuut door een valpartij met een toeschouwer en Philippe Gilbert verpulverde de concurrentie op de eerste oplopende aankomst. Dat deed hij toen eigenlijk het hele seizoen. 2013? Die gekte met de bus van Orica-GreenEDGE, die vast kwam te zitten onder de finish. Uit het niets klonk er herrie, Maarten Ducrot slingerde een fotootje op Twitter, en de finish werd tot twee keer toe verplaatst. Uiteindelijk kwam alles te midden van de chaos goed. Marcel Kittel en Argos-Shimano (het huidige Sunweb) pakten hun eerste etappezege en gele trui. 2015? De proloog in Utrecht, ik was erbij. Een snikhete zaterdag in Utrecht, maar een dag om nooit te vergeten. Met Tom Dumoulin hadden we zowaar kans op het Nederlandse geel sinds Erik Breukink. Tom kwam die dag net tekort voor eigen publiek.

 

Maar toch zette die dimensie zich voort. Sinds 2015 begon de Tour altijd met kans op Nederlands getint geel. In 2016 en 2018 met een eerste massasprint, jaren waarin Dylan Groenewegen zich ontpopte van jong Amsterdams broekie met veel branie, naar één van de of misschien wel de beste spurter van het peloton met nog meer branie. Vorig jaar kwam dat eerste geel sinds 1989 op bizarre wijze tot stand. Topfavoriet Groenewegen viel en zag zijn gele droom uiteenspatten, maar lead-out Mike Teunissen klopte uit het niets namen als Peter Sagan en Caleb Ewan. Uit het niets! “Het is geen PlayStation”, zei hij daarna. Zo’n verrassing, het maakt de Tour de Tour. De dagen erna leefden we rozig voort op de toch al roze Tourwolk, met een fantastisch Jumbo-Visma dat de ene na de andere etappe won.

 

Hoe verder je komt in de Tour, hoe meer je verzadigd raakt. Natuurlijk geniet je nog steeds van elke etappe en beland je in een groot zwart gat ‘the day after’ de Champs-Élysées, maar het is niet zoals die eerste dag. Die eerste dag waarop al dat verlangen samenkomt, en je vol opwinding zit te kijken naar een peloton dat zich urenlang rustig door de maisvelden manoeuvreert. Het geluid van de helikopter, fans langs de weg als eerst de kopgroep en later het peloton een van de 137 romantische Franse dorpjes passeert. De zeldzame opwinding bij de tussensprint, omdat het halve Tourpeloton zich daar de eerste dag nog in wil mengen. Een paar etappes later doe je dat niet meer. Want dan is het niet meer die eerste dag.

 

Vandaag is het ook niet die eerste dag. Ik heb van alles gepland deze zaterdag, maar ik denk niet dat ik het over tientallen jaren nog als de dag van gisteren kan herinneren. Dat moet ik nu maar doen bij 29 augustus, het nieuwe Grand Départ. We hebben dan net twee weken eerder Il Lombardia gehad. Ja, dat leest u goed, normaal gesproken sluiten we daar het seizoen mee af. Natuurlijk is het fijn dat we straks vanaf augustus weer kunnen genieten van bijna alle grote koersen, inclusief de grote rondes. Maar 29 augustus zal toch anders voelen dan die zaterdag eind juni of begin juli. Dit jaar moeten we de eerste dag zoals we die gewend zijn, misschien toch maar gewoon uit ons hoofd zetten. En genieten van de karrenvracht aan wedstrijden die we straks in één keer over ons uitgestort krijgen. Des te meer kunnen we volgend jaar hopelijk dubbelop genieten van die allesbehalve doodnormale zaterdag in juni of juli.

 

Maar dit weekend, mag het best even pijn doen…

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.