Parcours Giro voorbeschouwing

De eerste etappe van de Giro d’Italia is een 19,6 km lange tijdrit en daarbij ook gelijk de eerste belangrijke test voor de klassementsrenners. De renners starten in de kustplaats Fossacesia en rijden zo langs de kust om te finishen in Ortona. Omdat de renners langs de kust rijden kan de wind invloed hebben op de dag uitslag. Het parcours is voornamelijk vlak met in de laatste 3 km een beklimming met een maximale stijging van 8%, op 9,8 km en op 16,8 km worden de tussentijden gemeten. De eerste renner zal om 13:50 starten en de laatste renner zal rond 17:09 finishen.

Voor etappe 2 zullen de renners voor een groot deel langs de kust rijden, al gaan ze na ongeveer 75km een stukje het binnenland in waar de renners twee heuvels van de 4de categorie zullen moeten bedwingen. Op deze twee klimmen kunnen de renners ook punten pakken voor het puntenklassement. Na het afdalen van de laatste beklimming rijden de renners verder langs de kust. In de finale bevindt zich op 1,4 km van de finish een rotonde, na de rotonde is het nog een keer rechts en dan 1 km rechtdoor tot de finishlijn. Met een laatste km die helemaal recht is, is een massasprint gegarandeerd. De etappe zal om 10:50 in Teramo starten en rond 16:02 in San Salvo finishen.

Etappe 3 is een 216 km lange etappe van Vasto tot Melfi. De etappe is opgedeeld in twee stukken met eerst 170 km aan vlakke en glooiende wegen met op 107 km een tussensprint. Na 170 km zullen de renners beginnen aan de eerste beklimming van de dag wat een beklimming is van de 3de categorie met een lengte van 6,3 km en gemiddeld stijgingspercentage van 6,3%. Na een afdaling van de Valico Dei Laghi Di Monticchio krijgen de renners nog een korte beklimming van 2,6 km voor de kiezen met een gemiddelde stijging van 7,6%. Op de top is het nog 25 km naar de finish waarvan het grootste deel in dalende lijn. De laatste paar honderd meter lopen nog wel vies omhoog aan een 5%. De renners zullen om 10:30 starten in Vasto en finishen rond 17:00 in Melfi.

De eerste echte bergetappe van de giro start in Venosa om 11:00 en finisht naar verluid rond 16:00 in Lago Laceno. Na ongeveer 40km heuvelachtigen wegen te hebben gereden komen de renners aan bij de Passo Delle Crocelle, een categorie 2 klim met een gemiddelde stijging van 4%. Na de afdaling van deze beklimming zullen de renners gelijk weer moeten klimmen, de Valico di Monte Carruozo is de volgende gecategoriseerde beklimming met een gemiddelde stijging van 4,2%. Na deze bekklimming kunnen de renners even uitrusten tot de finale van de etappe waar renners de laatste beklimming gaan bedwingen. De Colle Molella is een beklimming van 9,9 km lang á 6,6% stijging de beklimming eindigt 3 km voor de finish. De laatste 3 km zullen vlak/ licht naar beneden gaan. Dit lijkt een uitgelezen kans voor de GC renners om is de benen te testen of is het toch meer een etappe voor vluchters.

Etappe 5 een etappe voor vluchters of wordt het toch een massasprint, met de laatste 15 km vlak lijkt het toch een dag voor de sprinters, al zullen die wel de heuvels over moeten komen die ze onderweg tegen komen. Na 5 km en 108 km zullen de renners 2 beklimmingen voor die kiezen krijgen van 3^de categorie en op 65,3 km en 145,3km kan er gesprint worden voor de punten. Na de laatste beklimming zal het voornamelijk dalen met de laatste 15 km die volledig vlak zijn langs de kust. Met op 9 km nog een rotonda is het daarna alleen maar rechtdoor en vlak een massasprint is dus zeker mogelijk. De renners starten om 11:10 in Atripalda en zullen rond 16:00 finishen in Salerno.

Etappe 6 start in Napels en finished in Napels. Op 34,4 krijgen de renners een tussensprint en gelijk zullen ze een beklimming van de 2^de categorie moeten beklimmen, als de renners hebben afgedaald richting de Amalfi kust zullen de wat slingeren door dorpen aan de kust, om vervolgens een 3^de categorie klim te beklimmen. Onderaan de beklimming bevindt zich nog een tussensprint. Vanaf daar rijden ze door dorpen weer richting Napels. De laatste 3 km van de etappe slingeren wat langs de kust van Napels waarvan de laatste 900m een rechte lijn naar de finish is. De renners starten om 11:25 en finishen rond 16:00 in Napels.

Etappe 7 is niet de langste etappe van deze giro maar wel langste berg etappe. De eerste 90km van de etappe zijn redelijk vlak, maar na 90km zullen de renners toch echt aan moeten beginnen. De Castel di Sangro is de eerste klim van de dag met een lengte van 6,6 km á 6,4% stijging valt deze in de categorie 2 beklimmingen. Na een lange afdaling komen de renners bij de voet van Calascio (9,9km á 5%) die uitmond in de Gran Sasso (13,2 á  4,4%). De laatste 7 km gaan met gemiddelde stijging van 9% en maximale stijging van 13%. Net voor de finish vlakt het weer wat af. De renners starten om 09:45 in Capua en finishen rond 15:47 op de Gran Sasso.

Etappe 8 bestaat uit 2 delen, met in het eerste deel 150 km over glooiende wegen naar de stad waar de renners een aantal ronde zullen rijden over een soort circuit. De laatste 60 km bestaat uit twee ronde door de regio met een keer een ronde over de finish. In de laatste 60 km vinden de renners twee klimmen waarvan ze de cappuccini twee keer doen, dit is een beklimming van de 4de categorie van (2,8km à 6,7%), de andere beklimming is er een van de 2de categorie namelijk de Monte delle Cesane (7,8km à 6,5%). Na het afdalen van de laatste keer cappuccini is het nog 1 keer links en dan rechtdoor naar de finish. De renners starten naar verluid om 10:30 in Terni en finishen rond 15:57 Fossombrone

De laatste etappe voor de eerste rustdag is een vlakke tijdrit van 35km. In het parcours bevinden zich een aantal bochten en versmallingen. Ander dan dat is parcours volledig vlak een daarmee dus gemaakt voor de specialisten. Ook zullen klassementsrenners die een goede tijdrit hebben goeie zakendoen voor het klassement. De eerste renner start 13:10 en de laatste renner finish waarschijnlijk rond 17:09.

Etappe nummer 10 de eerste etappe na de eerste rustdag is er waarschijnlijk eentje voor de vluchters. Na een heuvelachtige start krijgen de renners de 40 km lange klim voor de kiezen, deze klim is niet heel zwaar, maar heeft wel een gemiddeld stijgingspercentage van 4,1 procent. De laatste 3 km vlakt de klim wat af. Na een technische afdaling volgt er nog een korte beklimming van de 4de categorie. De laatste 3 km van de 10de etappe zijn volledig vlak en alleen maar rechtdoor. De renners starten om 10:35 in Scandiano en finishen ongeveer rond 15:45 in Viareggio.

Met 219 km is de 11^de etappe de langste etappe van deze Giro d’Italia. De eerste 60km van de etappe zijn volledig vlak, op 62,1 km bevindt zich een tussensprint en meteen daarna volgt een beklimming van de 3^de categorie. Met glooiende wegen rijden de renners door naar de volgende twee klimmetjes waarna ze afdalen richting de finish. De laatste km lopen ligt naar beneden al niet vlak, met nog een rotonde op 500m is het belangrijk om als sprinter goed gepositioneerd te zitten. De laatste 450 m zijn rechtuit naar de finish. De renners starten om 09:55 in Camaiore en finishen waarschijnlijk rond 16:01 in Tortona.

De 12de etappe van de Giro d'Italia op 18 mei 2023 biedt een uitgelezen kans voor avonturiers en aanvallers om hun slag te slaan. Het 179 kilometer lange parcours tussen Bra en Rivoli kent een golvend profiel, met een reeks beklimmingen in de openingsfase gevolgd door een afsluitend circuit rondom Rivoli. Voor de klassementsrenners is dit waarschijnlijk een dag om te herstellen, met het oog op de zware etappe naar Crans-Montana de volgende dag.
Het peloton vertrekt vanuit kaasstad Bra en krijgt direct een reeks beklimmingen voorgeschoteld: Cherasco (1,1 kilometer à 6,2%), La Morra (6 kilometer à 5%), Monforte d'Alba (2,1 kilometer à 4,8%) en Pedaggera (4,1 kilometer à 4,3%). Na deze uitdagende openingsfase dalen de renners af naar de Povlakte en koersen ze richting het afsluitende circuit rondom Rivoli.
Na de eerste passage van de finishlijn met nog ruim 50 kilometer te gaan, zetten de renners koers naar Avigliana en de Colle Braida. Deze klim is 9,8 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 7,1%, maar het werkelijke klimwerk bevindt zich in de laatste 5 kilometer met een gemiddelde stijging van 8,1%. De Colle Braida kan bepalend zijn voor het verloop van de etappe en is mogelijk de plek waar de sterkste avonturiers zich onderscheiden.
Na de top van de Colle Braida volgt een afdaling van 15 kilometer naar Reano. Hier wacht nog een korte sectie van 1,7 kilometer à 3,3% voordat de renners de laatste 12 kilometer op het vlakke afleggen richting de finish in Rivoli.

Op vrijdag 19 mei staat de 13e etappe van de Giro d'Italia 2023 op het programma. Deze 207 kilometer lange etappe brengt de renners van Borgofranco d'Ivrea naar het Zwitserse skioord Crans-Montana en overbrugt maar liefst 5.100 hoogtemeters. De route voert de renners door Zwitserland, waar ze de uitdagende Grote Sint-Bernardpas en de Croix de Coeur moeten bedwingen. De slotklim naar Crans-Montana is 13,1 kilometer lang.

Het parcours is overzichtelijk en begint met een vlakke aanloop richting het noorden door de Povlakte. Het eerste obstakel is een klim van 5 kilometer à 4% naar Saint-Vincent. Vervolgens gaat de route westwaarts naar Aosta, waar de zware Colle del Gran San Bernardo begint. Deze klim van 34 kilometer tegen 5,5% brengt de renners naar een hoogte van 2.472 meter, wat tevens het hoogste punt van de Giro d'Italia 2023 markeert: de Cima Coppi.

Na een even lange afdaling volgt de beklimming van de Croix de Coeur, een gigant van 15,4 kilometer lang met een gemiddelde stijging van 8,8%. In de laatste 4 kilometer voor de top loopt de weg zelfs op met 10,3%. Na de afdaling naar Riddes volgt nog een vlak stuk van 23 kilometer, alvorens de slotklim naar Crans-Montana begint. Deze klim is 13,1 kilometer lang en heeft een gemiddelde stijging van 7,2%.

De 13e etappe van de Giro d'Italia 2023 belooft een zware dag te worden voor de renners. Met de zware beklimmingen en de uitdagende slotklim zullen de klassementsrenners en klimmers hun kans grijpen om tijd te winnen op hun concurrenten. Tien jaar geleden won Bauke Mollema in de kleuren van Rabobank op Crans-Montana een etappe in de Ronde van Zwitserland. De vraag is dus wie zijn opvolger wordt.

Op zaterdag 20 mei gaat de Giro in de 14e etappe terug naar Italië. De renners starten in het Zwitserse Sierre en finishen na 194 kilometer en 1.600 hoogtemeters in Cassano Magnago. Het parcours bevat slechts één serieuze klim, namelijk de Simplonpas die de renners na 56 kilometer ronden. Deze klim van betekenis biedt aanvallers wellicht de kans om hun slag te slaan. De klim is 20,2 kilometer lang met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,5% en brengt de renners naar een hoogte van 2.004 meter. Na de klim is er nog 138 kilometer te gaan richting de finish.
De etappe is over het algemeen vlak en daarom typisch geschikt voor sprinters. Alleen in Quinzano San Pietro gaat het nog 1 kilometer met 6,1% omhoog en is er vals plat in de laatste 10 kilometer. Dit biedt echter niet genoeg kans voor aanvallers om een voorsprong te behouden. Het is daarom waarschijnlijk dat de sprinters na de Simplonpas hun ploeggenoten zullen vinden en de vlucht van de dag moeilijk zal krijgen.

De 15de etappe van de Giro d'Italia belooft een spectaculaire te worden, met een parcours dat aanvoelt als een mini-Ronde van Lombardije. Na een openingsfase op licht glooiende wegen, gaat het bij het aansnijden van het klimmetje naar San Gregorio al serieus bergop. Dit is de opwarmer voor de eerste officiële klim van de dag, de Valico di Valcava. Deze lange klim van 11,6 kilometer leidt de renners naar het hoogste punt van de dag op 1.336 meter boven zeeniveau, met een gemiddelde stijging van 8% en steilste stukken van 17%.
Na een lange afdaling en 20 kilometer op het vlakke, wacht er met Selvino een volgende uitdaging, een klim van 11,1 kilometer met een gemiddelde stijging van 5,6%. Direct na de afdaling volgt nog een klim, de Miragolo San Salvatore, die goed is voor 5,2 kilometer klauteren tegen 7%. Met nog zo'n 60 kilometer te gaan, komen de coureurs voor het eerst door Bergamo, om vervolgens weer koers te zetten richting de Valico di Valcava. Dit keer slaan ze vlak voor het bereiken van 1.000 meter hoogte af in Roncola Alta, voor een klim van 10 kilometer met een gemiddelde stijging van 6,7%.
Na de afdaling naar de Brembo en het oversteken van de rivier, maken de renners een ommetje naar de Città Alta, ofwel de oude stad van Bergamo. Om daar te komen beklimmen ze de Colle Aperto, een klimmetje van 1,6 kilometer à 7,9% met kasseitjes als extra attractie. Het slotakkoord is een afdaling van 3 kilometer naar de Città Bassa, het nieuwe deel van Bergamo.
In het verleden zou Jumbo Visma kopman Priomz Roglic zijn hand niet hebben omgedraaid voor dit soort etappes. Kan de sluwe Sloveen het nog steeds?

Op dinsdag 23 mei vindt de 15de etappe van de Giro d'Italia plaats, een zware etappe met maar liefst 5.200 hoogtemeters en een finish op de top van de Monte Bondone. De etappe begint met een vlakke aanloop, maar daarna volgen de bergen elkaar in rap tempo op.
De etappe begint in Sabbio Chiese, een klein dorpje aan de rivier de Chiese, niet ver van het Gardameer. Vanaf daar volgt het peloton de rivier stroomafwaarts tot aan Tormini, waar ze afslaan richting het bekende bergmeer en via de westelijke oever naar het noorden rijden. Het eerste obstakel van de dag is de Passo di Santa Barbara, een 12,7 kilometer lange klim over een smalle weg vol haarspeldbochten. Over de hele afstand is de gemiddelde stijging 8,3%, terwijl de eerste 9 kilometer zelfs met 9,2% oploopt.

Na de afdaling van de Passo di Santa Barbara gaat de weg weer omhoog naar de Passo Bordala, een klim van circa 4,5 kilometer met een stijgingspercentage van 6,7%. Na een lange afdaling naar het dal van de Adige gaat de weg vanuit Rovereto in zuidelijke richting omhoog naar Matassone. Deze klim voert in 11,4 kilometer tegen 5,6% naar het dorp. Aan de andere kant van het dal rijden de renners terug naar het noorden, waar ze vlak bij Rovereto beginnen aan de klim naar Serrada. Die stijgt in 17,7 kilometer met een gemiddelde van 5,5% naar het op 1.250 meter hoogte gelegen dorp.
Na een technische afdaling door het dal van de Adige krijgen de renners nog één zware klim voor de kiezen: de Monte Bondone. Vanuit Aldeno is dat 21,4 kilometer klimmen met een gemiddeld stijgingspercentage van 6,7%. Hoewel er een relatief vlak stuk in het midden van de klim is, halen de eerste 3 kilometer en de laatste kilometers het gemiddelde flink omhoog. De renners moeten flink aanpoten met gemiddelde stijgingspercentages van 9% en uitschieters tot 15%.
Het is duidelijk dat deze etappe een kolfje naar de hand is van de klimmers. Wie de Monte Bondone als eerste bereikt, zal hoogstwaarschijnlijk als winnaar van de etappe uit de bus komen.

Etappe 17 van de Giro d'Italia belooft een spectaculaire te worden, met een parcours dat bijna volledig bergafwaarts gaat. Het vertrekpunt is het stadje Pergine Valsugana, en vanaf daar gaat het peloton alleen maar naar beneden. Het stadje ligt op een hoogte van 530 meter en vormt daarmee het hoogste punt van de etappe. De renners volgen het dal van de rivier de Brenta en passeren soms brede dalen en soms ingesloten rotswanden.
Na het verlaten van de Alpen bij Bassano del Grappa, rijden de renners door het vlakke landschap van Venetië naar de Adriatische kust. De etappe eindigt in Caorle, na een tocht van 197 kilometer. Hier zullen de renners naar verwachting strijden om de zege in een spectaculaire sprint door de straten van het stadje.
Hoewel het parcours bergafwaarts gaat, betekent dat niet dat het voor de renners gemakkelijk zal zijn. Een lange afdaling kan net zo veeleisend zijn als een lange beklimming en vergt veel van de vaardigheden en concentratie van de renners. Bovendien kan het weer een belangrijke rol spelen in deze etappe, vooral als het regenachtig is en de wegen glad worden.

Etappe 18 van de Giro d'Italia is een echte uitdaging. Met vier beklimmingen en een veelbelovende finale in Val di Zoldo staat er een drieluik van beslissende etappes op het programma. De 161 kilometer lange route begint met een vlakke aanloop van 30 kilometer, voordat de renners de eerste klim van de dag, La Crosetta, moeten bedwingen. Deze klim van 11,6 kilometer à 7,1% wordt gevolgd door een licht glooiend parcours naar de voet van de Pieve d'Alpago-klim.
Na een rustige fase volgt de helling naar Pieve di Cadore, die met 7,3 kilometer à 4,8% een vriendelijke voorbode van de finale is. De race begint pas echt op de Forcella Cibiana, een klim van 9,6 kilometer à 7,8%, die de renners op 25,8 kilometer van de finish ronden. Na een afdaling volgt de zware klim naar Coi, waar de coureurs 5 kilometer tegen 9,8% omhoog moeten. Vervolgens duiken ze kort naar beneden om de klim naar Refugio Palafavera aan te vatten. Hoewel deze klim met 2,7 kilometer à 6,4% in verhouding tot de voorgaande een niemendalletje lijkt, is de klim naar Coi een ontzagwekkende uitdaging voor de renners.

Op vrijdag 26 mei staat de zwaarste dag van de Giro op het programma: etappe 19. Deze etappe voert de renners over een afstand van 183 kilometer naar de vermaarde Tre Cime di Lavaredo, waar de finish ligt. Het parcours is op papier de zwaarste van de Giro, omdat de renners in de eerste helft van de etappe naar een hoogte van 2.000 meter klimmen en in de tweede helft vier Alpenreuzen moeten bedwingen.
De eerste helft van de etappe voert de renners langzaam maar zeker naar de voet van de Passo Campolongo, waar de top halverwege het parcours ligt. Na de Passo Campolongo gaat het omhoog en omlaag over de Passo Valparola, Passo Giau en Passo Tre Croci voordat de renners aan de laatste klim beginnen. De klim naar Tre Cime di Lavaredo is goed voor 7,2 kilometer tegen een gemiddelde stijging van 7,6%, met in de laatste 4 kilometer een stijgingspercentage van dubbele cijfers.
De laatste winnaar op Tre Cime di Lavaredo was Vincenzo Nibali, die tien jaar geleden in de roze trui solerend naar de zege reed. Etappe 19 is de laatste kans voor slecht tijdrijdende klassementsrenners om tijd te pakken op hun concurrenten, aangezien de laatste twee etappes een (klim)tijdrit en een vlakke circuitrace in Rome zijn.

Op zaterdag 27 mei staat etappe 20 op het programma van de Giro d'Italia. Deze voorlaatste etappe zal voor het grootste deel bergop gaan in de vorm van een klimtijdrit. Het parcours is slechts 18,6 kilometer lang, maar zal desondanks voor veel renners een verschrikkelijke uitdaging zijn. Na een vlakke aanloop begint de klim naar de finishlijn in de laatste 7,3 kilometer, waarbij de weg met een gemiddeld stijgingspercentage van 12,1% omhoog gaat. De eerste 5 kilometer van de klim zijn het zwaarst, met stijgingspercentages van ruim 15%.

Deze etappe belooft dus een ware beproeving te worden voor de vermoeide benen van de renners. Er zijn drie tussentijdse meetpunten waarbij de renners hun tijd kunnen bekijken, maar het is vooral de strijd tegen de klok en tegen de steile hellingen die deze etappe zo uitdagend maken. Het is geen verrassing dat deze klimtijdrit veel weg heeft van de etappe in de Tour de France van 2020, waar Tadej Pogacar met een indrukwekkende prestatie de gele trui veroverde op Primoz Roglic. Welke renner zal op 27 mei de benen het best onder controle hebben en als eerste over de finishlijn komen op de Monte Lussari? Een kolfje naar de hand van Remco Evenepoel? En hoe zou het Roglic vergaan mocht hij in het roze starten, de een-na-laatste-dag van een grote ronde, in een klimtijdrit. Kan hij dan de spoken uit het verleden verdrijven? We gaan het beleven.