Giro parcours voorbeschouwing

 

Door Corona hebben ze er 2 jaar op moeten wachten, maar aanstaande zondag begint de Ronde van Italië dan toch echt met een “Grande Partenza” in Budapest, de hoofdstad van Hongarije. De finish is op zondag 29 mei in Verona. 

De afgelopen 4 jaar won steeds een renner van Sky/Ineos, of iemand die er nu rijdt: Froome, Carapaz, Geoghegan Hart en vorig jaar Bernal. Daarvoor was het “onze” Tom Dumoulin, toen rijdend voor Sunweb. 

Wordt het dit jaar weer een Ineos-feestje, of kan Jumbo Visma er met een sterk blok iets tegenover zetten?

 

Etappe 1 Budapest › Visegrád (195km)

De start van deze Giro vindt plaats op vrijdag. Geen proloog of andere (ploegen)tijdrit, maar meteen een rit in lijn over 195 km van Budapest naar Visegrád. Het parcours lijkt biljartlaken-vlak, maar de finish ligt bij het kasteel van Visegrád, op een klimmetje van de 4e categorie: 3,8 km aan 5,1% gemiddeld, met maximaal 8%. Een finish voor de punchers, dus: o.a. Mathieu van der Poel heeft deze etappe rood omcirkeld. Pakt hij de roze trui? En wat kan Tobias Foss vandaag?

 

Etappe 2 Budapest › Budapest (9.2km)


Nu wel een tijdrit van 9,2 km in de straten van Budapest. En l’histoire se répète: de finish ligt wederom op een klimmetje van de 4e categorie, wel een stuk korter dan gisteren: 1,3 km aan 4,9%. Deze tijdrit lijkt op het lijf geschreven van een goede Tom Dumoulin, maar een Van der Poel in het roze kan een taaie klant zijn. We noteren ook Affini als dark horse.

 

Etappe 3 Kaposvár › Balatonfüred (201km)

 

De derde en laatste etappe op Hongaarse bodem is een rit van 201 km tussen Kaposvár en Balatonfüred, dat inderdaad aan het bekende Baltonmeer ligt. Deze etappe is geheel vlak en daarmee de eerste afspraak voor de sprinters. 

Hierna volgt op maandag een transfer naar Italië, en wel naar het uiterste zuiden, naar Sicilië.

 

Etappe 4 Avola › Etna (172km)

 

Terug op Italiaanse bodem wacht de renners op dinsdag meteen de eerste aankomst bergop. Het vertrek is in Avola, de finish op de beroemde vulkaan Etna. Een klim van maar liefst 22,8 km aan 5,9% gemiddeld, met het zwaartepunt tussen km 14 en 17: 3 km aan 8,7%. Hierna gaat het met 5,4% gemiddeld naar de finish, waar de laatste 800m zelfs licht bergaf gaan. Het lijkt een rit waar de vroege vlucht kansen heeft, zowel omdat de klim niet echt lastig is, als ook omdat de favorieten zo vroeg in de Giro hun kruit nog wel even droog zullen houden.
De laatste winnaars van een Giro-etappe op de Etna zijn Caicedo in 2020, Chaves (2018), Polanc (2017) en Contador in 2011, hoewel zijn zege hem later werd afgenomen ten gunste van Rujano.

 

Etappe 5 Catania › Messina (174km)

 

Weer een forse klim in de rit van vandaag tussen Catania en Messina: zo’n 20km aan 4%. Daar waar de finish gisteren op de top lag, ligt de top vandaag op 100km van de finish. Hier moeten we kijken naar sprinters die zo’n klim kunnen overleven, zoals Pozzovivo, Cort-Nielsen, Almeida en ook weer Van der Poel.

 

Etappe 6 Palm › Scalea (192km)

De eerste race op het vasteland van Italië, met start in Palmi en finish in Scalea, over 192km. De klim van de dag zit deze keer zelfs helemaal in het begin, een 4e categorie op 34km van de start in Palmi. Hierna gaat het vlak naar de streep in Scalea voor opnieuw een massasprint.

 

Etappe 7 Diamante › Potenza (196km)

 

De sprinters kunnen vandaag weer de bus in, voor een etappe met bijna 4.500 hoogtemeters in de pijplijn. De lastigste klim ligt ongeveer halverwege de 196km tussen Diamante en Potenza: een klim van de eerste categorie, de Monte Sirino. Op deze top won José Gonzalez in 1999 een Giro-etappe voor Da Luca en Jalabert. In 1996 won er een zekere Davide Rebellin, die vandaag de dag als 50-jarige nog steeds koerst!

Verder op 60km van de finish de Monte Grande de Viggiano van de 2e categorie, en op 24km van de finish nog een korte klim van 3e categorie.  

 

Etappe 8 Napoli › Napoli (153km)

 

De laatste keer dat de Giro in Napels was, was in 2013. De eerste etappe van de Giro in 2013 werd gewonnen door Mark cavendish, de Brit won de sprint voor Elia Viviani en Nacer Bouhanni. Het parcours van de Napels-etappe van dit jaar is voor een deel een criterium en een stuk heuvelachtiger dan in 2013.

Vanaf vijftig kilometer na de start rijden de renners het circuit op waar ze telkens de Monte di Procida moeten beklimmen. De Monte di Procida is 2,1 km lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 6%. Nadat de renners het 19 kilometer lange circuit 4 keer hebben afgelegd keren ze weer terug naar Napels. Op de Discesa Coroglio ligt no een klim van 4 km op ze te wachten. Met nog 7 km te gaan dalen de renners weert terug naar zeeniveau, waar ze finishen op de Via Francesco Caracciolo aan de golf van Napels.

 

Etappe 9 Isernia › Blockhaus (191km)

 

De 9e etappe van de Giro d’Italia is een loodzware etappe van 189km en 5.000 hoogtemeters wat deels komt door een beklimming van de Blockhaus.

Direct na de start rijden de renners richting Isernia waar het gelijk bergop gaat. Na een kleine 40 kilometer rijden de renners door Roccarasco waar Tim Wellens in 2016 etappe 6 op zijn naam schreef. Als de renners Roccarasco zijn gepasseerd hebben ze al drie beklimmingen achter de rug. Na een lange afdaling gaat het naar een glooiende tussenfase, waarna de renners voor de eerste keer de Blockhaus beklimmen. De eerste keer gaan ze niet helemaal naar de top, maar rijden zo tot 1310 meter hoogte. Dit neemt niet weg dat de klim nog altijd 10,3 km lang en 7,6% gemiddelde stijging. De hele beklimming van de Blockhaus is 26 km lang en stijgt met een gemiddelde van 7,3%. De slotklim van de blockhaus is echter 13,6 km lang en stijgt met een gemiddelde van 8,4% de laatste 10 km heeft zelf een gemiddeld stijgingspercentage van 9,4%. De renners finishen boven op de Blockhaus.

 

Etappe 10 Pescara › Jesi (196km)

 

De eerste etappe na de tweede rustdag is er een van 196 kilometer lang. Het parcours door de Marken is in de eerste helft biljard vlak en heuvelachtig in de tweede helft.
De Giro was voor het laatst in Pescara in 2013. In Jesi kwamen de renners voor het laatst in 2019 waar julian Alaphilippe net wat sneller was dan de pure sprinters als Davide Cimolai en Elia Viviani in de slotetappe van de Tirreno-Adriatico.
In de 10de Giro etappe rijden de renners eerst langs de Adriatische kust en pas als in Civitanova Marche het binnenland insturen wordt het parcours een stuk heuvelachtiger. Als de renners het dorp Monsano zijn gepasseerd dalen ze af naar Jesi waar de laatste 1,5 km vals plat omhoogloopt.

 

Etappe 11 Santarcangelo di Romagna › Reggio Emilia (203km)

 

Deze 11e etappe is een van de langste etappe van de Giro dit jaar. Met 203 km aan vlakke wegen fietsen de renners van Santarcangelo di Romagna naar Reggio Emilia. Reggio Emilia ligt centraal in het noordelijke deel van Italië en geld als een soort toegangspoort tot Lombardije. Ondanks dat was de giro nog maar één keer eerder te gast. In 2017 won Fernando Gaviria de sprint voor Jakub Mareczko en Sam Bennett. Met een zowat geheel vlak parcours lijkt ook dit jaar een maassprint het meest voor de hand liggend.

 

Etappe 12 Parma › Genova (204km)

 

De 12e etappe is een parcours van 204 km door het middelgebergte. Na het beklimmen van verschillende bergen is de laatste 20 km zo goed als vlak.
In 2015 was de Giro voor het laatst in Genua, Elia Viviani schreef toen de etappe op zijn naam. In de sprint bleef Moreno Hofland en Andre Greipel voor.
Na de start in Parma rijden de renners bijna 100 km lang vals plat omhoog, waarna ze de top van de Passo del Bocco bereiken op 957 meter hoogte. Het tweede deel va het parcours is iets gevarieerder, zo beklimmen ze eerst de La colletta en direct na de afdaling de valico di Trensasco. De laatste klim is er één van 4,3 km aan 8% gemiddeld. Na nog ruim 30 km dalen de renners af waar het parcours vervolgens nagenoeg vlak is en het in de laatste 500 meter ligt oploopt.

 

Etappe 13  Sanremo › Cuneo (150km)

 

In de 13de etappe wordt de Colle de Nava beklommen, deze werd al eerder beklommen in de door Wout van Aert gewonnen Milaan-San Remo in 2020. Als de renners de Colle di Nava achter de rug hebben is het parcours zo goed als vlak.
In 2020 ging Milaan-San Remo via de Colle di Nava van het binnenland naar de Italiaanse bloemenriviéra. De 13 etappe volgt precies de zelfde route maar dan omgekeerd. In Imperia rijden de renners vals plat richting Colle san Bartolomeo, na een korte afdaling volgt de Colle di Nava. Een beklimming van 9,1 km lang en 6,8% gemiddelde stijging. Op de top van de beklimming is het nog 100 km te gaan de nagenoeg vlak zijn.

 

Etappe 14 Santena › Torino (147km)

 

De 14e etappe van de Giro wordt voor een groot gereden op een circuit ten oosten van Turijn. Etappe 14 is 147 km lang en kent 3.000 hoogtemeters, voor de renners die liever op het vlakke wegen dus een zware dag. Na ongeveer 50 km van de start gaat het parcours omhoog. De eerste beklimming van de dag is de Il Pilonetto, 4 km aan 7% gemiddelde stijging. Na 60 km beklimmen de renners een klim die vervolgens naar het circuit lijdt. Het circuit is in totaal 36,4 km lang en wordt tweemaal verreden. Na ruim 74 km komen de renners voor het eerst over de finish om daarna door te rijden naar Bric del Luca, deze klim is 5 km en stijgt met een gemiddelde van 8,6%. 12 kilometer na de klim komen de renners aan de voet van de Colle della Maddalena die 3,5 km lang met een gemiddelde stijging van 8,1% waarbij de eerste helft erg stijl is.
Vanaf de top is het met een kort tussenklimmetje 12 km naar de finish in een dalende lijn naar beneden. De finish is op dezelfde plek als waar vorig jaar de openingstijdrit finishte.

 

Etappe 15 Rivarolo Canavese › Cogne( 177km)

 

De 15e etappe is een zware bergetappe met 3 cols in de finale. De eerste 90 km zijn relatief vlak om daarna in de finale over 3 zware cols te moeten rijden. Cogne was nog niet eerder aangedaan in de Giro en is dus voor vele onbekend terrein. De 2 eerste beklimmingen zijn het zwaarst met een gemiddelde van rond de 7% en beide met een lengte van boven de 10km, gaan deze pijn doen. De finaleklim is dan wel bijna 21 kilometer maar buiten de eerste 4 kilometer veel minder zwaar. De laatste 7 kilometer kan je zelfs vals plat noemen. Maar na de eerste 2 beklimmingen gaat dit zeker nog pijn doen.

 

Etappe 16 Salò › Aprica 200km)

 

De slotweek begint met een brute bergetappe met oa de gevreesde Mortirolo, alleen wordt deze niet vanaf de steilste kant genomen en is dit dus op zich goed nieuws voor de renners, maar in het totaal van de 4 cols die deze etappe bedwongen moeten worden gaat het toch zeer zwaar worden. De slotklim na Aprica heeft zeer zwarte slotkilometers met percentages boven de 10%. De finish ligt een paar kilometer na de top en daar kan je in de korte afdeling misschien nog iets goedmaken.

 

Etappe 17 Ponte di Legno › Lavarone (168km)

 

Ook vandaag krijgt het peloton weer veel hoogtemeters voor hun kiezen, met een hele lastige finale. De etappe begint meteen bergop met daarna een hele lange afdaling en een stuk door het dal voordat er weer 2 cols liggen in de finale. Een ideaal scenario voor een grote kopgroep. De slotklim is weer zeer steil met percentages boven de 12% deze keer, ook nu ligt net zoals gisteren de finish een paar kilometer na de top.

 

Etappe 18 Borgo Valsugana › Treviso (152km)

 

Een kans nog voor de sprinters in de laatste week, er zijn onderweg wel wat heuvels te overwinnen maar de laatste 40 km zijn zo goed als vlak. Voor de sprinters die nog niet zijn afgestapt en nog niets hebben gewonnen een laatste kans om een eventueel tegenvallende Giro nog goed te maken. De laatste keer dat Treviso finishplaats was in de Giro was in 2012, de winnaar toen: Mark Cavendish, die nu ook weer aan de start staat. De vraag is alleen, is hij er in deze fase van de ronde nog bij.

 

Etappe 19 Marano Lagunare › Santuario di Castelmonte

 

Het is zeker niet de zwaarste bergetappe van deze slotweek maar wel de eerste die bergop eindigt. Een vlakke aanloop van ruim 60 kilometer, gevolgd door 2 beklimmingen van 3e categorie. In de finale moet er eerst nog een berg van 1e categorie worden overwonnen om daarna op 9km voor de finish aan de oplopende slotkilometers te beginnen. Hier zal het klassement misschien nog eens op zijn kop worden gezet. De slotklim naar Santuari di Castelmonte is nog nooit eerder de finishplaats geweest in de Giro.

 

Etappe 20 Belluno › Marmolada (Passo Fedaia) (167km)

 

De laatste rit in lijn is er 1 die er nog mag wezen, met 2 beklimmingen van 1e categorie en 1 van buitencategorie moeten de klimmers nog 1x alles geven. Deze etappe word door vele gezien als de koninginnenrit. De slotklim is er 1 die al vaker te bewonderen was in de Giro. Zeer zwaar met percentages tot 14%, als je daar een slechte dag hebt kan je nog veel tijd verliezen. In 2008 won Emanuele Sella de etappe naar Marmolada maar werd later betrapt op doping.

 

Etappe 21 Verona › Verona (17.4km)

 

Ook deze Giro editie eindigt weer met een tijdrit. Rondom Verona is er een 17 kilometer lang parcours uitgezet met halfweg de beklimming van de Torricella Massimiliana. Het is een 4 kilometer lange klim aan 5%. Deze tijdrit lijkt op maat te zijn voor Tom Dumoulin en hij zal hier dan ook zeker naar uitkijken. Als de verschillen in het klassement nog relatief klein zijn dan kan je hier nog een beslissende slag slaan. In 2019 was dit ook de afsluitende tijdrit van de Giro, het was toen Chad Haga die onverwacht deze tijdrit op zijn naam wist te schrijven, Roglic redde toen na een lastige slotweek zijn podium door nog 10e te worden ondanks pijnlijke ribben en maagklachten.