A Big Bang en toen was het Blanco

Genoeg is genoeg, zelfs bij de Rabobank. Jarenlang hebben ze geld, heel veel geld in het Wielerplan gestoken, maar nu is het klaar. Bij het sluiten van de sponsorovereenkomst met Jan Raas werd gelijk gezegd dat doping niet werd geaccepteerd. In de tussenliggende jaren riepen ze meermaals dat bij een eerste “dopinggeval” de stekker uit de ploeg zou worden getrokken. Naar nu blijkt schonden de renners, de ploeg en de doktoren deze afspraak al in de eerste jaren. Michael Boogerd heeft bekend dat hij in 1997 al bezig was met verboden middelen, Rasmussen, Leipheimer, maar ook ondersteunende renners als Grischa Niermann hebben aangegeven bij de ploeg meegedaan te hebben aan het “Wielerplan”.

 

De Rabobank is goed geweest voor de wielerploeg, de Rabobank is goed geweest voor het Nederlandse wielrennen in het geheel. Geen bedrijf, geen sponsor heeft zo lang zo veel geld in een plan gestoken om de sport en de sporters te ondersteunen dan wel vooruit te helpen. Van de hoge heren bij de bank kunnen we van alles vinden. Van de Rabobank als onderneming kunnen we van alles vinden, van de wielerploeg kun je ook van alles vinden, maar de tijd waarin het allemaal heeft plaatsgevonden moet je daarbij wel in ogenschouw nemen, dat is dan wel zo eerlijk en zet alles in een ander perspectief.

 

Kritiek is van alle tijd, maar de kritiek op het wielrennen in zijn algemeenheid nam buitengewone proporties aan. De geloofwaardigheid was weg, het krediet die er zou zijn was volledig verdwenen. Eerlijk gezegd zocht Rabobank naar de uitgang, de uitgang om weg te komen uit de wereld waar ze geen grip meer op hadden. Die uitgang werd gevonden in het Usadarapport, daarin werd door Levi Leipheimer bekend doping te hebben gebruikt in zijn Rabobanktijd.

 

Vreemd genoeg was deze bekentenis wat de Rabobank nodig had om te vertrekken uit het wielrennen. Maar zo “lullig” als de reden voor het vertrek was, zo netjes werd hier invulling aan gegeven. De Rabobank gaf er de brui aan, de licentie, de profploeg, overal wilden ze vanaf. Bij Richard Plugge werd het boeltje over de schutting gemieterd. Plugge was ineens eigenaar van de ploeg, van de licentie van de ploeg tot aan alle doorlopende contracten met de renners. Hoe bizar abrupt het met de Rabobank ook eindigde, financieel werd een hele nette oplossing geboden. De doorlopende overeenkomsten werden gerespecteerd, Rabobank garandeerde dat 2013 niet het eindstation van de ploeg zou zijn, althans de betalingen zouden doorlopen. Hoe het af zou lopen moest Plugge maar lekker zelf uitzoeken, de Rabobank wilde niet meer geassocieerd worden met wielrennen en alles wat daarbij komt kijken.

 

Daar sta je dan met je goede gedrag. De laatste jaren van het Rabobank tijdperk was de ploeg van Plugge al een nieuwe weg ingeslagen. Van discutabele renners was al afscheid genomen en met jonge “schone” renners werd een toekomst opgebouwd.

 

Robert Gesink, Bauke Mollema, Steven Kruijswijk en Wilco Kelderman, stuk voor stuk mannen waar je wel de strijd mee wil ingaan, maar voor hoe lang zou dat mogelijk zijn. Bekend over de hele wereld als Rabobank zijnde veranderde de ploeg in Blanco. Blanco als zijnde; er blanco invliegen? Of blanco als zijnde; nietszeggend? In ieder geval blanco als zijnde; schoon, want dat was waar de wielersport echt behoefte aan had.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.