26.5.2021 nabeschouwing door Katy Madgwick

De tweede rustdag was voorbij en het was moeilijk te geloven dat de Giro d'Italia nog maar een paar dagen verwijderd is van de finale in Milaan. Na de epische strijd die we nooit zagen over de besneeuwde Passo Giau, leek de dominantie van Egan Bernal en zijn bezit van de roze trui alsof alleen een daad van God ervoor zou kunnen zorgen om hem deze te doen verliezen. Maar de rustdag leek een positief effect op het klimaat te hebben gehad, en de scène toen de race in Canazei begon, was van een prentbriefkaart van de Dolomieten in perfectie. Blauwe luchten en zonneschijn gaven aan dat er misschien verandering aan zat te komen.

 

De openingsfase van de etappe was een lastig vooruitzicht voor potentiële kopgroep kandidaten, want de eerste 50 km van de race was bergafwaarts. Velen speculeerden dat dit het moeilijker zou maken om een verschil te maken, een voorspelling die realiteit werd toen het gevecht begon om in de kopgroep te komen, er werd verloren en opnieuw gevochten, en zelfs toen de groep uiteindelijk weg was, duurde het vanwege de aard van het terrein lang voordat deze eindelijk was bevestigd en er genoeg terrein was gewonnen.

 

Excuseer me als ik het middengedeelte van de race verdoezeld, maar in alle eerlijkheid, het was stil al het gaat om actie. De voorsprong van de kopgroep bleef solide en bij het naderen van de voorlaatste klim toonden de cat 1 Passo san Valentino, Gianni Moscon, Dan Martin en Antonio Pedrero snel hun kracht en reden weg van de rest van de groep.

 

Het peloton boekte gestaag vooruitgang op de klim en begon de kopgroep terug te halen, zij het langzaam, en er was niets van enige betekenis te melden tot de afdaling, waarbij het noodlot toesloeg in de achtervolgende groep met de mannen voor het AK. Er vond een grote val plaats waarbij een aantal renners betrokken waren , die op dat moment geen van allen aanzienlijk gewond leken te zijn, maar Giulio Ciccone was de hoogst geplaatste klassementsrenner die erbij betrokken was en toen hij wegreed, was het duidelijk dat hij een monumentale inspanning zou moeten leveren om terug te moeten komen in de groep met favorieten.

 

Een korte passage over het Brentonico plateau en de etappe bereikte de slotklim, de duivelse categorie 1 Sega di Ala, 11,5 km gestaag klimmen, een berg die dit jaar voor het eerst in de Giro te zien was, een feit dat des te verrassender was naarmate de klim zich ontvouwde. Niet alleen was het steil, maar het was ook meedogenloos, het middelste deel het zwaarste, met hellingen van ongeveer 13% of meer. Met nog 10,5 km te gaan, groef Dan Martin van Israel Start-up Nation zich in op de klim en distantieerde zich snel van de rest van de kopgroep. In het peloton zag het Jumbo Visma-trio van Tobias Foss, George Bennett en Koen Bouwman er sterk uit, terwijl INEOS Grenadiers de weg omhoog leidde.

 

Toen de klim zijn grimmige weg vervolgde moesten er in de achtervolgende groep steeds meer favorieten lossen. De eerste die loste was Astana's Aleksandr Vlasov, kort daarna gevolgd door Ciccone, de gevolgen van zijn crash samen met de poging om de groep in te halen maakte dat het niet verrassend was dit gebeurde.

 

Ondanks dat de groep steeds dunner werd, zag INEOS er nog steeds solide uit vooraan de achtervolgende groep, Jonathan Castroviejo en Dani Martinez die de roze trui vooraf gingen en iedereen die zijn wiel kon vasthouden. Terwijl Dan Martin een enorme inspanning deed om zijn voorsprong te consolideren, was Joao Almeida de eerste van de favorieten die een aanval uitvoerde. Hij sloeg van voren toe en sloeg voor een tijdje een gat op de maglia rosa en de rest. Voor Jumbo Visma moest Koen Bouwman eraf en Tobias Foss worstelde achterin de groep, maar George Bennett hervatte de knechtenrol die hij zo vaak voor de ploeg had genomen en bracht Foss terug in de groep.

 

Simon Yates was de volgende die toesloeg na de aanval van Almeida en sleepte Bernal en Martinez met zich mee. De Jumbo Visma jongens waren een tijdje voor ons verloren toen de camera's afwisselden tussen Dan Martin en de roze truiengroep en toen Yates nog een keer aanging, was Almeida de enige die met hem mee kon. Martinez volgde ook totdat duidelijk werd dat Bernal zijn wiel niet kon houden; het eerste teken dat de Colombiaan in feite nog steeds menselijk was. De roze trui moest lossen en Simon Yates probeerde er alles uit te halen, ondertussen haalde de man die op dat moment 2e stond in het AK, Damiano Caruso Bernal en Martinez in. Met Romain Bardet en Hugh Carthy gelost was een almachtige shake-up van het Algemeen klassement het minste dat we konden verwachten na deze ongelooflijke etappe.

 

Ondanks dat Almeida snel dichterbij kwam, was het Dan Martin die als eerste deze epische klim voltooide en zo zijn eerste Giro-etappezege kon toevoegen aan die van de Tour de France en de Vuelta a Espana; een zwaar bevochten en welverdiende overwinning. George Bennett en Tobias Foss kwamen een minuut na de roze trui over de streep en consolideerden hun posities in het AK. Foss was een van de weinigen die op dezelfde plek bleef en dus nog steeds 9e, terwijl Bennett een paar plaatsen opschoof en nu 12e staat. Koen Bouwman, ondanks dat hij moest lossen stijgt naar de 14e positie.

 

VOORUITBLIK: De rustdag was pas gisteren en toch voelt het al alsof de renners nog een kans nodig hebben om te herstellen; gelukkig hebben ze deze morgen, op een relatief vlakke etappe, de laatste kans voor de overgebleven sprinters om hun kaarten te spelen. Helaas voor Jumbo-Visma zijn beide sprinters al naar huis gegaan, maar gezien de indrukwekkende rit van Edoardo Affini in etappe 13, is het mogelijk dat we morgen een vergelijkbare inspanning kunnen zien?

 

 

The second rest day was done, and it was hard to believe that the Giro d’Italia was just a few short days away from its conclusion. After the epic battle that we never saw over the snow-capped Passo Giau, Egan Bernal’s dominance and his ownership of the pink jersey looked as though they would take an act of god to overturn. But the rest day seemed to have had a positive effect on the climate, and the scene as the race rolled out in Canazei was picture postcard Dolomite perfection. Blue skies and sunshine signalled that perhaps, change was in the air.

 

The opening stages of the race were a tricky prospect for any potential breakaway hopefuls, as the first 50km of the race was downhill. Many speculated that this would make it harder to open up a gap, a prediction which came to pass as the breakaway was fought for, lost and fought for again, and even when the group finally solidified, due to the nature of the terrain it took a long time for it to become properly established and finally stretch out a lead.

 

Excuse me if I gloss over the middle section of the race but in all honesty, it was quiet in terms of action. The breakaway’s lead remained solid, and approaching the penultimate climb, the cat 1 Passo san Valentino, Gianni Moscon, Dan Martin and Antonio Pedrero quickly showed their strength and broke away from the rest of the group.

 

The peloton made steady progress up the climb and began to reel in the breakaway, albeit slowly, and there was nothing of any significance to report until the descent, during which disaster struck in a chasing group, working behind the main group of GC riders. A big crash occurred affecting a number of riders, none of whom seemed to be significantly hurt at the time, but Giulio Ciccone was the highest placed GC rider involved and as he rode away it was clear he would have to make a monumental effort to stay in touch with the lead group.

 

A short reprieve through the Brentonico plateau and the race hit the final climb, the fiendish category 1 Sega di Ala, 11.5km of steady climbing that featured on the Giro for the first time this year, a fact that became all the more surprising as the climb unfolded. Not only was it steep but it was also relentless, the middle section the toughest, reaching gradients of around 13% or more. With 10.5km to go, Israel Start-up Nation’s Dan Martin dug in on the climb and quickly distanced the rest of the breakaway. In the peloton, the Jumbo Visma trio of Tobias Foss, George Bennett and Koen Bouwman were looking strong, as INEOS Grenadiers led the way.

 

As the climb continued its grim ascent, GC riders began to drop off the pace. First to go was Astana’s Aleksandr Vlasov, followed shortly after by Ciccone, the effects of his crash along with the effort of catching up with the group unsurprisingly taking its toll on him.

 

As the group thinned down, INEOS still looked solid at the front, Jonathan Castroviejo and Dani Martinez pacing the pink jersey and anyone else who could hold their wheel. As Dan Martin put in a huge effort to consolidate his lead, Joao Almeida was the first from the GC group to put in an attack. He struck off the front and for a while, gained a gap on the maglia rosa and the rest. For Jumbo Visma, Koen Bouwman was dropped, and Tobias Foss struggled at the back of the group, but George Bennett resumed the mountain domestique role he has so often played for the team and paced Foss back on.

 

Simon Yates was next to strike, following Almeida’s attack and dragging Bernal and Martinez with him. The Jumbo Visma boys were lost to us for a while as the cameras alternated between Dan Martin and the pink jersey group, and when Yates struck again, Almeida was the only one who could go with him. Martinez followed too until it became clear that Bernal was unable to hold his wheel; the first sign that the Columbian was in fact still human. The pink jersey was distanced and Simon Yates pressed his advantage, as second placed on GC Damiano Caruso caught up to Bernal and Martinez. With Romain Bardet and Hugh Carthy also dropped, an almighty shake-up on the GC standings was the least we could expect from this incredible stage.

 

With Almeida closing in fast, Dan Martin crossed the line to complete an epic climb and add his first Giro stage win to those from the Tour de France and Vuelta a Espana; a hard fought and well-deserved victory. George Bennett and Tobias Foss crossed the line a minute after the pink jersey and consolidated their GC positions. Foss was one of the few who stayed in the same position on GC, remaining in 9th, while Bennett gained a couple of places, finishing 12th, and Koen Bouwman, despite being dropped gained a place to move up to 14th.

 

LOOKING AHEAD: rest day was only yesterday and yet it already feels as though the riders need another chance to recover; luckily they have the opportunity tomorrow, on a relatively flat stage, the last chance for any remaining sprinters to play their cards. Sadly for Jumbo Visma both their sprinters have already headed home, but given Edoardo Affini’s impressive ride on stage 13, is it possible that we could see a similar effort tomorrow?

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.