Etappe 14: steil, steiler, Monte Zoncolan


22.5.2021 nabeschouwing door Katy Madgwick

Mag ik u vandaag een gunst vragen, beste lezers? Kunnen we de formaliteiten achterwege laten en ter zake komen, alsjeblieft? Het was een hel van een dag voor ons allemaal.

 

Dus denk aan het beeld van Edoardo Affini. Hij heeft zich 186 km uit de naad gereden voor zijn teamgenoot George Bennett. Hij werkt op kop van wat er is overgebleven van een kopgroep van elf en is op weg naar de zwaarste klim van de Giro d'Italia tot nu toe. Nog 19 km te gaan en hij leegt de tank, zijn gezicht strekt zich uit in een grimas, tanden ontbloot, het lichaam dat vier uur stevig in het zadel heeft gehouden begint te schommelen. Gisteren groette hij fans in zijn geboortestad, toen in de finale, meters was verwijderd van zijn eigen etappeoverwinning. Vandaag gebruikt hij elk stukje van zichzelf in dienst van zijn teamgenoot.

 

Daar zijn we nu, supporters van dit team Jumbo-Visma. We hebben tweederde van deze Giro doorgestaan die meer bekend is geworden om zijn teleurstellingen dan om zijn successen. En het is dat is lastig te verwerken. We hebben onze jongens zien vechten voor het algemeen klassement, voor de massasprints en in de kopgroep, en tot nu toe hebben ze niet de kans gehad om hun armen op te heffen, en we lijden met hen mee.

 

Toch geeft Edoardo niet toe. Hij bijt nog 5 km door de pijn. Ten slotte loopt de weg omhoog als de groep begint aan de beklimming van de Zoncolan, en hij laat ze lopen en komt bijna tot stilstand. Met nog 13,8 km te gaan is zijn dag voorbij en stuurt hij George Bennett op weg. We zien hem pas veel later weer als het peloton hem passeert, terwijl hij zich geleidelijk naar de top sleept naast Jacopo Mosca, de knecht van Bauke Mollema.

 

Dat zijn wij, mensen. We hebben alles gegeven. We hebben onze steun uitgestort, net als Edoardo Affini voor zijn teamgenoot. En deze teamgenoot, George Bennett, heeft de afgelopen jaren keer op keer hetzelfde gedaan voor anderen, en nu is het zijn beurt in de schijnwerpers. Hij heeft een aantal keren in de kopgroep gezeten en staat vandaag voor de zwaarste test van de Giro tot nu toe in de vorm van de formidabele Monte Zoncolan. Een piek die hem in 2018 versloeg, toen hij mechanische pech had opgaande de meer populaire Ovaro-route had. Een heeft iets recht te zetten, en voor de twijfelaars iets bewijzen, nadat hij twee dagen geleden zo dichtbij kwam in etappe 12.

 

Hij houdt zijn benen in beweging. Hij draait de pedalen. Hij klimt. Met nog 11,3 km te gaan graaft hij diep voorin de groep, zijn gezicht strak, vechtend tegen de berg. Slechts 200m later, Bahrein-Victorious' Jan Tratnik springt weg. Zijn gezicht is een masker; Het lijkt makkelijk of misschien is hij een meester in misleiding. Maar hij gaat. Reed hij dat tot de finish of ontploft hij voor de lijn? De volgende die gaat is Eolo-Kometa's Lorenzo Fortunato. Hij rijdt zijn eerste Grote ronde en terwijl hij wegspringt en op weg gaat naar Tratnik, is het duidelijk dat hij zich goed voelt.

 

George, samen met Bauke Mollema, Alessandro Covi, en Nelson Oliveira blijven strak ahtervolgen toch wordt de kloof met de 2 voorop niet kleiner. Achter hun neemt de snelheid in het peloton toe een groep vormend met de favorieten die vechten voor hum klassement. Jumbo Visma's Tobias Foss en Koen Bouwman behoren nog steeds tot deze groep.

 

En terug naar ons, de fans. Degenen die elke pijnlijke kilometer doormaken alsof we zelf op kop rijden. We blijven toekijken, het te kwaad krijgend, bijtend op onze nagels, hopend. Altijd hopend. Tratnik ploegt voort. Fortunato komt bij hem en de twee werken een tijdje samen. Toch kan een van beide ontploffen als de hoogtepercentages toenemen.. Is het voorbij? nooit. Het is nooit voorbij. Als je stopt met hopen, kun je net zo goed de tv uitzetten, want fietsen is niets voor jou. Achter hem zag de maglia rosa er veilig uit in het wiel van zijn trein van knechten, terwijl Aleksandr Vlasov de vruchten plukt van zijn team dat de hele dag van voren werkte. Maar in klimtermen was er nog een eeuwigheid te gaan.

 

Het is niet alsof George er niet goed uitzag. Hij zag er geweldig uit. De andere drie renners met hem zagen er ook goed uit; getuigen van hun vertrouwen dat de kopgroep waar ze zich zo lang geleden aan hadden verbonden nog steeds uit de buurt van het peloton bleef. Toch breidde de twee hun voorsprong uit met de afstand tot de finishlijn naar beneden komend. De tijd was bijna om.

 

Met nog 2,3 km te gaan reed Covi van UAE van zijn 2 medekompanen, rond dezelfde tijd dat even verderop Tratnik zichzelf opblies. Terug in het peloton leek het onmogelijk te geloven dat Egan Bernal nog twee knechten voor zich had en nog maar net aan het werk was. Met nog 0,9 km te gaan aan de voor de koploper stak Simon Yates eindelijk zijn hoofd aan het venster. Yates was voor velen de favoriet voorafgaand de start van de Giro, maar was er waren 14 dagen voorbij gegaan en hij was nagenoeg onzichtbaar geweest.

 

Hij demarreert maar Bernal gaat met hem mee. Achter koploper Fortunato doemt de enigszins herrezen figuur van Jan Tratnik op. Nog steeds is niets zeker en het herinnert ons eraan hoe zwaar deze slopende beklimmingen kunnen zijn. Maar in de mist rijdt Fortunato, hij blijft sterk genoeg om rechtop te zitten en zijn armen op de streep omhoog te heffen, hij grijpt de eerste grote ronde overwinning voor Alberto Contador's Eolo Kometa en zet de ongelooflijke reeks onverwachte overwinningen van deze Giro voort.

 

Met slechts een paar honderd meter te gaan rijdt Bernal weg van Yates om eindelijk zijn eigen aanval richting de finish te lanceren, nogmaals bevestigend zijn dominantie in de strijd om het algemeen klassement. Hij passeert George onderweg. George eindigt op de 7e plaats en wint een paar plaatsen in het algemeen klassement. Tobias Foss, die we al een tijdje niet meer hebben gezien en in de finale de groep met favorieten had moeten laten gaan, verliest een paar minuten om met een achterstand van vijf minuten naar de elfde plaats te dalen. Koen Bouwman is ook 21e wat een meer dan verdienstelijke prestatie is.

 

Wat kunnen we hieruit halen? Net als Edoardo Affini geven we alles in het streven naar glorie, en ook net als bij Affini is het eindresultaat volledig uit onze handen. Net als George Bennett doorstaan we. We blijven doorgaan, ondanks de pijn en de onvermijdelijkheid van de uitkomst, en de onzekerheid over hoe andere renners in andere teams zich voelen, of zouden kunnen reageren. Ondanks dit alles blijven we sterk klaar voor nog een dag strijd. Morgen is weer een dag van strijd. Wees trots op wat de jongens hebben bereikt en bereid jezelf voor op meer teleurstelling. En als, het ondenkbare gebeurt, en we hebben een overwinning te vieren op een bepaald moment tussen nu en de aankomst van volgende week in Milaan, zal de overwinning zo, zo zoet zijn.

 

 

 

Today, of all days, can I ask a favour of you, dear readers? Can we dispense with the formalities and cut to the chase, please? It’s been a hell of a day for all of us.

 

So bring to mind, if you will, the image of Edoardo Affini. He’s 186km into a race where he’s gone all out for his team mate George Bennett. He’s working on the front of what remains of the breakaway, eleven men, heading into the hardest climb of the Giro d’Italia so far. 19km to go and he’s emptying the tank, his face stretched into a grimace, teeth bared, the body that has held solid for four hours in the saddle starting to rock. Yesterday, he saluted fans in his home town, then in the final, was metres away from his own stage victory. Today, he uses up every shred of himself in service of his team mate.

 

That’s where we are, right now, the fans of this team. We’ve made it two thirds of the way through a grand tour which has been notable for its disappointments more than its successes. And it’s hard to take. We’ve seen our boys fight in the GC, in the sprints, and in the breakaway, and so far, they have not had to chance to raise their arms, and we are suffering with them.

 

Still, Edoardo doesn’t give in. He sticks it out through the pain for another 5km. Finally, the gradient kicks up as the group begins the ascent of the Zoncolan, and he peels off, almost coming to a standstill. With 13.8km to go his day is done and he sends George Bennett on his way. We don’t see him again until much later when the peloton passes him by, as he drags himself gradually to the summit alongside Jacopo Mosca, Bauke Mollema’s support rider.

 

That’s us, people. We have given our all. We’ve poured out our support just as Edoardo Affini has done for his team mate. And this team mate, George Bennett, has done the same for others time and time again in the past few years, and now it’s his turn in the spotlight. He’s been in the breakaway a number of times, and today faces the sternest test of the Giro so far in the form of the formidable Monte Zoncolan. A peak which defeated him back in 2018, when he had a mechanical going up the more popular Ovaro route. A score to settle, and a point to prove to his doubters, after he came so close two days ago on stage 12.

 

He keeps his legs moving. He turns the pedals. He climbs. With 11.3km to go he is digging deep, at the front of the group, jaw set, fighting the mountain. Just 200m later, Bahrain-Victorious’ Jan Tratnik goes. His face is a mask; it’s easy, or perhaps he’s a master of deception. But he goes. Will he stay the course, or blow up before the line? Next to go is Eolo Kometa’s Lorenzo Fortunato. He’s riding in his first Grand Tour, and as he stands up and sets off in pursuit of Tratnik, it’s clear he’s feeling good.

 

George, along with Bauke Mollema, Alessandro Covi, and Nelson Oliveira, keep up their pursuit; yet the gap does not reduce. Behind, the peloton are gathering speed, shedding those who are not in it for the long haul. Jumbo Visma’s Tobias Foss and Koen Bouwman are still among their number.

 

And o back to us, the fans. Those who go through every agonising kilometre as if we are riding it ourselves. We keep watching, with our hearts in our mouths, biting our nails, hoping. Always hoping. Tratnik ploughs on. Fortunato catches him, and the two work together for a while. Still, either one could blow up as the altitude gathers rapidly. Is it over? Never. It’s never over. If you stop hoping, you might as well turn off the TV because cycling is not for you. Behind, the maglia rosa looked secure on the wheel of his everlasting chain of domestiques, while Aleksandr Vlasov reaped the rewards of his team working from the front all day. Yet in climbing terms, there was still an eternity to go.

 

It’s not as though George didn’t look good. He looked great. The other three riders with him looked good too; testament to their confidence that the breakaway that they had committed to so long ago still remained clear of the peloton. Yet the two ahead eked out their lead with the distance to the finish line trickling down. Time was almost up.

 

With 2.3km to go UAE’s Covi broke free, around the same time that up ahead, Tratnik blew. Back in the peloton, it seemed impossible to believe that Egan Bernal still had two domestiques working in front of him and had barely begun to work yet. With 0.9km to go at the front of the race, Simon Yates finally stuck his head into the wind and had a dig. Yates was the pre-race favourite for many but for perspective, fourteen days of racing have passed and he’s been invisible.

 

He works but Bernal goes with him. Behind front-runner Fortunato, the somewhat revived figure of Jan Tratnik looms. Still nothing is certain and it reminds us how decisive these gruelling climbs can be. But into the mist Fortunato rides, staying strong enough to sit up and raise his arms over the line, snatching the first grand tour victory for Alberto Contador’s Eolo Kometa and continuing the incredible run of unexpected wins of this Giro.

 

With just a few hundred metres to go Bernal powers away from Yates to finally launch his own attack for home, once again affirming his dominance in the GC contest. He passes George on his way. George finishes in 7th and gains a few places in the GC. Tobias Foss, who we haven’t seen for some time and must have been dropped on the final, loses a few to fall to 11th spot with a five-minute deficit. Koen Bouwman is 21st with a creditable performance too.

 

What can we take from all this? Like Edoardo Affini, we pour our souls into the pursuit of glory, and also like Affini, the final result is completely out of our hands. Like George Bennett, we endure. We keep going, despite the pain and the inevitability of the outcome, and the uncertainty of how others riders in other teams are feeling, or might react. Despite all this, we stay strong ready for another day of battle. Tomorrow is another day of battle. Be proud of what the boys have achieved and steel yourselves for more disappointment. And if, just if, the unthinkable happens, and we have a win to celebrate at some point between now and next week’s arrival in Milan, it will be so, so sweet.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.